Hoe ik vaginisme overwon interview in nieuwsbrief Yila
Mijn weg van positief zelfbeeld naar het overwinnen van vaginisme
Yila was de zelfhulpgroep voor vrouwen met vaginisme. Ik kwam in deze groep vrouwen toen ik mijn vaginisme al had overwonnen. Ontroerd, verdrietig, blij, opgelucht was ik tijdens de bijeenkomsten. Eindelijk vrouwen die mij begrepen. Die ervaringen deelden waarin ik zoveel herkende. Niet langer voelde ik me de enige. In de nieuwsbrief van YILA is een artikel geplaatst over mijn ervaring.
Mijn weg was een positief zelfbeeld krijgen
Een interview met Jacqueline Door deelnemer aan YILA groep
Op een koude, zonnige dag in februari word ik gastvrij ontvangen door Jacqueline. Een paar weken voor ik haar voor Yila interview, is haar verhaal over vaginisme en hoe ze het overwonnen heeft gepubliceerd in Top Sante (Februari nummer). Het is maar goed dat er een paar maanden zaten tussen het interview en de publicatie vertelt Jacqueline. “Ik ben nu toch weer een stukje verder met het naar buiten treden met mijn verhaal. Binnenkort heb ik een feest met mijn schoonfamilie, ze weten allemaal dat ik in de Top Sante sta. Dat is best heel wat! Ze grapt: “Van te voren kan ik maar beter even langs een visagiste gaan. Iedereen verwacht natuurlijk dat ik net zo mooi ben als op de foto’s in Top Sante.”
Hoewel het verhaal van iedere vrouw die te maken heeft met vaginisme anders is, is er veel herkenning onderling en kunnen we elkaar steunen. “In het interview wil ik best ver gaan in het vertellen van intieme dingen” zegt ze. Het is voor Jacqueline die er vanaf haar negentiende mee bezig is geweest geen makkelijke weg geweest. “Hulpverleners denken vaak dat je er bent als gemeenschap een paar keer is gelukt. Ook dan heb je nog begeleiding nodig. Je begint nog maar net met ervaring op te bouwen. En omdat je zo gevoelig bent als vrouw met een vaginistische reactie door je hele voorgeschiedenis, is er maar een klein dingetje nodig waardoor je opnieuw gespannen wordt en gemeenschap pijn kan doen.”
Ze merkte voor het eerst dat er iets niet klopte toen ze rond haar vijftiende voor het eerst een tampon wilde gebruiken en dit niet lukte. Daar heeft ze weinig meegedaan. Toen ze op haar negentiende merkte dat het haar vriend niet lukte om bij haar binnen te komen ging ze naar de huisarts. “Ik had toen nog helemaal niet het idee dat het niet lukken van gemeenschap met mijn zelfbeeld en mijn ideeën over seks te maken kon hebben. Ik dacht dat er gewoon fysiek iets mis met me was en net als bij oorpijn dacht ik dat een huisarts daar wel wat aan kon doen. Op een gegeven moment was ik samen met mijn vriend bij de huisarts. Onbewust vond ik het wel raar dat het hele gesprek op mij gericht was, want ik wist wel dat het iets van ons samen was. Het was gelukkig een fijne huisarts die mij na een lichamelijk onderzoek - wat overigens niet ging en pijnlijk was - vertelde hij dat ik vaginistisch was.
Ik kreeg pilotte mee, staafjes van verschillende grote waarmee ik moest oefenen. Ja, je moet bedenken dat dit twintig jaar geleden was en toen de enige gangbare methode was. Verontwaardigd zegt ze “Ik hoor van cliënten nog steeds dat behandelaars zeggen even ontspannen mevrouw dan kan ik de pilotte erin duwen.” Mijn visie is om nooit door te duwen wanneer je pijn hebt. De pijn is een signaal je lichaam zegt nee. Wanneer je eraan toe bent opent je lichaam zich van zelf soms in een keer soms in kleine stukjes. Het gebruiken van een pilotte of vibrator kan heel goed zijn maar dan wel met zachtheid en om te ontdekken wat je fijn vindt en wat ervoor kan zorgen dat je lichaam zich opent.
Door de dwang van het moeten oefenen met vingers en pilotte werd het vrijen oefenen en was er niets meer aan. De pilotte werden aan de kant gezet en met het vriendje raakte het ook uit. Jacqueline: “Ik heb het toen voor het eerst aan een vriendin verteld en zij heeft voor mij een boek uit de bieb gehaald want dat durfde ik zelf niet. Door het boek met ook foto’s van verschillende vagina’s en geslachtsdelen kreeg ik het idee dat ik of geen kleine of geen grote schaamlippen had, want bij mij zag het er anders uit dan in het boek. Een vrouwelijk huisarts heeft me toen veel over mijn lichaam verteld. Hoewel het vrij klinisch werd verteld, hielp het me wel omdat ik nu wist dat mijn vagina en geslachtsdelen normaal waren en dat er dus blijkbaar geen enkele hetzelfde is. Vanaf dit moment begon ik ook een andere houding naar mijn vagina en geslachtsdelen te krijgen. En ook kreeg ik al een andere houding naar mijn vagina. “Dit deel van mijn lichaam hoort bij mij, dit ben ik ook”. Wel ging ik denken dat ik geen goede, geen echte vrouw was omdat ik “het” niet kon.
Jacqueline is een doorzetter. “Ik heb een kracht in me, als ik me bewust ben van een probleem, dan wil ik het gewoon oplossen. Ook als ik geen idee heb hoe. Op een of andere manier kwam ik bij een Rutgershuis terecht en kreeg een groepscursus met andere vrouwen met vaginisme aangeboden. Dat wil ik niet dacht ik eerst, ik wil niet tussen die andere vrouwen zitten. Maar omdat ik nog niet zo goed nee kon zeggen in die tijd, belandde ik toch op de cursus. Ik was enorm verbaasd om daar zulke leuke vrouwen te treffen. En zo hoogopgeleid! Dat soort reacties krijg ik nu door mijn artikel in Top Sante. Je bent zo normaal zeggen ze.”
In de cursus heb ik veel geleerd over mijn overtuigingen over vrijen en gemeenschap. Ik vond seks niet direct vies, wel had ik vervelende beelden in mijn hoofd. We werkten met de RET (Rationeel Emotieve Therapie) methode waarin je irreële gedachten over seks probeert om te zetten in reële gedachten. Hoewel dat laatste nog niet lukte, was ik me nu wel bewust van mijn gedachten. Ook kregen we praktische informatie over seksuele handelingen. Zo had ik net als veel andere vrouwen uit mijn groep het idee dat een penis zich in je lijf prikt. Dat je hem erin kon leiden was nieuw voor mij en ook dat een vagina geen holle lange buis is, maar een ruimte in een bepaalde vorm. Ik hoorde toen ook voor het eerst over verschillende fases van opwinding en dat het zonder opwinding niet zomaar wil. Iedereen heeft momenten waarop het niet kan.
Nu ik erop terugkijk heb ik wel zaken gemist in deze cursus. Ik denk dan aan vragen om uit te zoeken waarom je gemeenschap wil. En ook aan vragen naar de positieve functie van je vaginisme. Vaginisme heeft mij ook beschermd, want ik luisterde heel vaak niet naar mijn eigen wensen en was er erg op uit om iemand anders te verzorgen. Omdat ik vaginistisch reageerde, compenseerde ik dat met het voldoen aan allerlei wensen van mijn vriendjes. Als ik wel gemeenschap had kunnen hebben, dan was dat denk ik vaak tegen mijn zin geweest voor mij. Een belangrijke vraag is ook: wat heb je nodig om open te gaan? Of probeer je eens voor te stellen dat je wel open zou gaan, hoe zou je je dan voelen. Met dit soort vragen kom je de achterliggende zaken op het spoor en schep je wel een kader waarbinnen er meer duidelijkheid komt van de functie van je vaginisme en wat je eraan kunt doen om het niet meer nodig te hebben.
In de periode na deze cursus heb ik een scala aan vriendjes gehad. De wens tot gemeenschap heb ik op de achtergrond gezet. Ik wist onbewust dat ik eerst mijn eigenwaarde wilde opbouwen. Dat lukte beetje bij beetje. Door veel boeken te lezen en ook in mijn opleiding tot maatschappelijk werkster werd ik geconfronteerd met me(je)zelf en leerde ik mij zelf meer waarderen. Dit werken aan het veranderen van mijn zelfbeeld is de meest directe weg geweest om van mijn vaginisme af te komen, ook al lijkt het op het eerste gezicht een omweg. Het was een weg met veel tranen. Bij elke nieuwe vriend dacht ik zover te zijn, en elke keer liep het weer op een mislukking uit. Dat gaf een enorme teleurstelling, dat ik er nog niet was en wat is er dan weer nodig.”
Pas zes jaar geleden ben ik mijn vagina en geslachtsdelen weer heel direct aandacht gaan geven. Ik vroeg me af wat is er nodig om open te gaan? Bij het beantwoorden van die vraag ging ik in gedachten terug naar die éne keer in mijn leven toen het wel lukte. Ik had toen geen pijn maar heb toen helemaal niets gevoeld hoor, ik was gewoon verbijsterd dat het lukte. Deze man ging ook in kleine stukjes naar binnen. Als ik wat gespannen was, dan wachtte hij, ontspande ik me weer en kwam hij weer wat verder. Voor mij is nodig: liefde, geaccepteerd worden zoals ik ben, gevoel dat ik mooi ben, een man die mij geweldig vindt en dat ik zelf ook werkelijk wil en opgewonden ben. Samen kijken naar hoe we gemeenschap kunnen hebben met als doel een fijne plezierige gemeenschap voor beiden,
Het heeft toen nog wel een tijdje geduurd voordat ik een man ontmoette met wie ik gemeenschap wilde. Je hebt twee manieren van proberen. Het eerste is functioneel, kan het? De tweede manier is dat je iemand graag binnen wil laten komen. Het is eigenlijk niet proberen, maar leren en ervaren op een liefdevolle, respectvolle manier. Pijn was voor mij – of beter voor ons - een signaal dat er iets niet goed was. We zetten dan niet door, wel keken we hoe de pijn kon verdwijnen. Wat kon je wel doen? Bijvoorbeeld mijn bekken kantelen, bewust ontspannen of contact maken door elkaar in elkaars ogen te kijken. Pas als het dan nog pijn deed, ja dan haalden we de penis eruit.
Mijn weg was dus een positief zelfbeeld krijgen. Bewust zelf nee kunnen zeggen in plaats van dat mijn lichaam dat voor mij moet doen. Kennis van mijn lichaam en van het vrijen en gemeenschap hebben, helderheid en het kunnen loslaten van overtuigingen en denkbeelden over vrijen en gemeenschap. Liefdevol contact leren maken met mijn vagina en geslachtsdelen. En vandaar uit ben ik gaan onderzoeken wat is fijn voor mij en mijn partner qua gemeenschap hoe gaat het beste wat vind ik lekker enzovoort De vrouw die mij voor Top Sante interviewde zei, dus je bent toen en nu eigenlijk aan het leren wat andere vrouwen veel eerder leren. Het is inderdaad wel te vergelijken met het leren van een tiener. Toch is het ook anders omdat er bij mij en bij andere vrouwen met vaginisme er een enorm verhaal aan vooraf is gegaan en je heel snel getriggerd bent, gesloten raakt, pijn krijgt. Ik heb het in kleine stapjes geleerd, alhoewel, laatst zei ik zelfs: graag wat wilder! Echt ongelofelijk, dat ik het ben die dat zegt. Dit alles heeft ervoor gezorgd dat ik steeds opener ben geworden en steeds meer mezelf en mijn partner kan accepteren zoals we zijn. Ik heb geleerd dat hetgeen moeten is. En dat je de ene keer zin hebt in dit en de andere keer in dat. Net als dat je niet elke dag pindakaas op je boterham wil. Mijn partner wil ook helemaal niet dat ik het alleen voor zijn plezier doe, dan voelt hij zich verraden. Onze slogan is: vrijen en gemeenschap is fijn, wanneer we doen waar we op dat moment beiden zin in hebben.
Artikel in de Top Sante.
Jacqueline van de Bilt heeft sinds 2006 een coaching praktijk voor vrouwen met vaginisme en pijn bij seks. Meer weten over werkwijze.
Een interview met Jacqueline Door deelnemer aan YILA groep
Op een koude, zonnige dag in februari word ik gastvrij ontvangen door Jacqueline. Een paar weken voor ik haar voor Yila interview, is haar verhaal over vaginisme en hoe ze het overwonnen heeft gepubliceerd in Top Sante (Februari nummer). Het is maar goed dat er een paar maanden zaten tussen het interview en de publicatie vertelt Jacqueline. “Ik ben nu toch weer een stukje verder met het naar buiten treden met mijn verhaal. Binnenkort heb ik een feest met mijn schoonfamilie, ze weten allemaal dat ik in de Top Sante sta. Dat is best heel wat! Ze grapt: “Van te voren kan ik maar beter even langs een visagiste gaan. Iedereen verwacht natuurlijk dat ik net zo mooi ben als op de foto’s in Top Sante.”
Hoewel het verhaal van iedere vrouw die te maken heeft met vaginisme anders is, is er veel herkenning onderling en kunnen we elkaar steunen. “In het interview wil ik best ver gaan in het vertellen van intieme dingen” zegt ze. Het is voor Jacqueline die er vanaf haar negentiende mee bezig is geweest geen makkelijke weg geweest. “Hulpverleners denken vaak dat je er bent als gemeenschap een paar keer is gelukt. Ook dan heb je nog begeleiding nodig. Je begint nog maar net met ervaring op te bouwen. En omdat je zo gevoelig bent als vrouw met een vaginistische reactie door je hele voorgeschiedenis, is er maar een klein dingetje nodig waardoor je opnieuw gespannen wordt en gemeenschap pijn kan doen.”
Ze merkte voor het eerst dat er iets niet klopte toen ze rond haar vijftiende voor het eerst een tampon wilde gebruiken en dit niet lukte. Daar heeft ze weinig meegedaan. Toen ze op haar negentiende merkte dat het haar vriend niet lukte om bij haar binnen te komen ging ze naar de huisarts. “Ik had toen nog helemaal niet het idee dat het niet lukken van gemeenschap met mijn zelfbeeld en mijn ideeën over seks te maken kon hebben. Ik dacht dat er gewoon fysiek iets mis met me was en net als bij oorpijn dacht ik dat een huisarts daar wel wat aan kon doen. Op een gegeven moment was ik samen met mijn vriend bij de huisarts. Onbewust vond ik het wel raar dat het hele gesprek op mij gericht was, want ik wist wel dat het iets van ons samen was. Het was gelukkig een fijne huisarts die mij na een lichamelijk onderzoek - wat overigens niet ging en pijnlijk was - vertelde hij dat ik vaginistisch was.
Ik kreeg pilotte mee, staafjes van verschillende grote waarmee ik moest oefenen. Ja, je moet bedenken dat dit twintig jaar geleden was en toen de enige gangbare methode was. Verontwaardigd zegt ze “Ik hoor van cliënten nog steeds dat behandelaars zeggen even ontspannen mevrouw dan kan ik de pilotte erin duwen.” Mijn visie is om nooit door te duwen wanneer je pijn hebt. De pijn is een signaal je lichaam zegt nee. Wanneer je eraan toe bent opent je lichaam zich van zelf soms in een keer soms in kleine stukjes. Het gebruiken van een pilotte of vibrator kan heel goed zijn maar dan wel met zachtheid en om te ontdekken wat je fijn vindt en wat ervoor kan zorgen dat je lichaam zich opent.
Door de dwang van het moeten oefenen met vingers en pilotte werd het vrijen oefenen en was er niets meer aan. De pilotte werden aan de kant gezet en met het vriendje raakte het ook uit. Jacqueline: “Ik heb het toen voor het eerst aan een vriendin verteld en zij heeft voor mij een boek uit de bieb gehaald want dat durfde ik zelf niet. Door het boek met ook foto’s van verschillende vagina’s en geslachtsdelen kreeg ik het idee dat ik of geen kleine of geen grote schaamlippen had, want bij mij zag het er anders uit dan in het boek. Een vrouwelijk huisarts heeft me toen veel over mijn lichaam verteld. Hoewel het vrij klinisch werd verteld, hielp het me wel omdat ik nu wist dat mijn vagina en geslachtsdelen normaal waren en dat er dus blijkbaar geen enkele hetzelfde is. Vanaf dit moment begon ik ook een andere houding naar mijn vagina en geslachtsdelen te krijgen. En ook kreeg ik al een andere houding naar mijn vagina. “Dit deel van mijn lichaam hoort bij mij, dit ben ik ook”. Wel ging ik denken dat ik geen goede, geen echte vrouw was omdat ik “het” niet kon.
Jacqueline is een doorzetter. “Ik heb een kracht in me, als ik me bewust ben van een probleem, dan wil ik het gewoon oplossen. Ook als ik geen idee heb hoe. Op een of andere manier kwam ik bij een Rutgershuis terecht en kreeg een groepscursus met andere vrouwen met vaginisme aangeboden. Dat wil ik niet dacht ik eerst, ik wil niet tussen die andere vrouwen zitten. Maar omdat ik nog niet zo goed nee kon zeggen in die tijd, belandde ik toch op de cursus. Ik was enorm verbaasd om daar zulke leuke vrouwen te treffen. En zo hoogopgeleid! Dat soort reacties krijg ik nu door mijn artikel in Top Sante. Je bent zo normaal zeggen ze.”
In de cursus heb ik veel geleerd over mijn overtuigingen over vrijen en gemeenschap. Ik vond seks niet direct vies, wel had ik vervelende beelden in mijn hoofd. We werkten met de RET (Rationeel Emotieve Therapie) methode waarin je irreële gedachten over seks probeert om te zetten in reële gedachten. Hoewel dat laatste nog niet lukte, was ik me nu wel bewust van mijn gedachten. Ook kregen we praktische informatie over seksuele handelingen. Zo had ik net als veel andere vrouwen uit mijn groep het idee dat een penis zich in je lijf prikt. Dat je hem erin kon leiden was nieuw voor mij en ook dat een vagina geen holle lange buis is, maar een ruimte in een bepaalde vorm. Ik hoorde toen ook voor het eerst over verschillende fases van opwinding en dat het zonder opwinding niet zomaar wil. Iedereen heeft momenten waarop het niet kan.
Nu ik erop terugkijk heb ik wel zaken gemist in deze cursus. Ik denk dan aan vragen om uit te zoeken waarom je gemeenschap wil. En ook aan vragen naar de positieve functie van je vaginisme. Vaginisme heeft mij ook beschermd, want ik luisterde heel vaak niet naar mijn eigen wensen en was er erg op uit om iemand anders te verzorgen. Omdat ik vaginistisch reageerde, compenseerde ik dat met het voldoen aan allerlei wensen van mijn vriendjes. Als ik wel gemeenschap had kunnen hebben, dan was dat denk ik vaak tegen mijn zin geweest voor mij. Een belangrijke vraag is ook: wat heb je nodig om open te gaan? Of probeer je eens voor te stellen dat je wel open zou gaan, hoe zou je je dan voelen. Met dit soort vragen kom je de achterliggende zaken op het spoor en schep je wel een kader waarbinnen er meer duidelijkheid komt van de functie van je vaginisme en wat je eraan kunt doen om het niet meer nodig te hebben.
In de periode na deze cursus heb ik een scala aan vriendjes gehad. De wens tot gemeenschap heb ik op de achtergrond gezet. Ik wist onbewust dat ik eerst mijn eigenwaarde wilde opbouwen. Dat lukte beetje bij beetje. Door veel boeken te lezen en ook in mijn opleiding tot maatschappelijk werkster werd ik geconfronteerd met me(je)zelf en leerde ik mij zelf meer waarderen. Dit werken aan het veranderen van mijn zelfbeeld is de meest directe weg geweest om van mijn vaginisme af te komen, ook al lijkt het op het eerste gezicht een omweg. Het was een weg met veel tranen. Bij elke nieuwe vriend dacht ik zover te zijn, en elke keer liep het weer op een mislukking uit. Dat gaf een enorme teleurstelling, dat ik er nog niet was en wat is er dan weer nodig.”
Pas zes jaar geleden ben ik mijn vagina en geslachtsdelen weer heel direct aandacht gaan geven. Ik vroeg me af wat is er nodig om open te gaan? Bij het beantwoorden van die vraag ging ik in gedachten terug naar die éne keer in mijn leven toen het wel lukte. Ik had toen geen pijn maar heb toen helemaal niets gevoeld hoor, ik was gewoon verbijsterd dat het lukte. Deze man ging ook in kleine stukjes naar binnen. Als ik wat gespannen was, dan wachtte hij, ontspande ik me weer en kwam hij weer wat verder. Voor mij is nodig: liefde, geaccepteerd worden zoals ik ben, gevoel dat ik mooi ben, een man die mij geweldig vindt en dat ik zelf ook werkelijk wil en opgewonden ben. Samen kijken naar hoe we gemeenschap kunnen hebben met als doel een fijne plezierige gemeenschap voor beiden,
Het heeft toen nog wel een tijdje geduurd voordat ik een man ontmoette met wie ik gemeenschap wilde. Je hebt twee manieren van proberen. Het eerste is functioneel, kan het? De tweede manier is dat je iemand graag binnen wil laten komen. Het is eigenlijk niet proberen, maar leren en ervaren op een liefdevolle, respectvolle manier. Pijn was voor mij – of beter voor ons - een signaal dat er iets niet goed was. We zetten dan niet door, wel keken we hoe de pijn kon verdwijnen. Wat kon je wel doen? Bijvoorbeeld mijn bekken kantelen, bewust ontspannen of contact maken door elkaar in elkaars ogen te kijken. Pas als het dan nog pijn deed, ja dan haalden we de penis eruit.
Mijn weg was dus een positief zelfbeeld krijgen. Bewust zelf nee kunnen zeggen in plaats van dat mijn lichaam dat voor mij moet doen. Kennis van mijn lichaam en van het vrijen en gemeenschap hebben, helderheid en het kunnen loslaten van overtuigingen en denkbeelden over vrijen en gemeenschap. Liefdevol contact leren maken met mijn vagina en geslachtsdelen. En vandaar uit ben ik gaan onderzoeken wat is fijn voor mij en mijn partner qua gemeenschap hoe gaat het beste wat vind ik lekker enzovoort De vrouw die mij voor Top Sante interviewde zei, dus je bent toen en nu eigenlijk aan het leren wat andere vrouwen veel eerder leren. Het is inderdaad wel te vergelijken met het leren van een tiener. Toch is het ook anders omdat er bij mij en bij andere vrouwen met vaginisme er een enorm verhaal aan vooraf is gegaan en je heel snel getriggerd bent, gesloten raakt, pijn krijgt. Ik heb het in kleine stapjes geleerd, alhoewel, laatst zei ik zelfs: graag wat wilder! Echt ongelofelijk, dat ik het ben die dat zegt. Dit alles heeft ervoor gezorgd dat ik steeds opener ben geworden en steeds meer mezelf en mijn partner kan accepteren zoals we zijn. Ik heb geleerd dat hetgeen moeten is. En dat je de ene keer zin hebt in dit en de andere keer in dat. Net als dat je niet elke dag pindakaas op je boterham wil. Mijn partner wil ook helemaal niet dat ik het alleen voor zijn plezier doe, dan voelt hij zich verraden. Onze slogan is: vrijen en gemeenschap is fijn, wanneer we doen waar we op dat moment beiden zin in hebben.
Artikel in de Top Sante.
Jacqueline van de Bilt heeft sinds 2006 een coaching praktijk voor vrouwen met vaginisme en pijn bij seks. Meer weten over werkwijze.